Laatst had ik het met mijn broers als collega vaders het over opvoeden. Als oudste broer, kreeg ik als eerste kinderen en ook de meeste (tot nu toe). Inmiddels hebben we als ouders dertien jaar opvoed-ervaring. En zijn al mijn broers ook papa. (hoe bijzonder!) Maar waar leg je de accenten qua opvoeding? Wat vindt je belangrijk? Of juist niet?

We kregen een gesprek over de stimulatie en ontwikkeling van je kind(eren). Moeten ze allemaal op een sport en een muziekinstrument? Of vind je het niet zo nodig? Hoe stimuleer je de kwaliteiten of faciliteer je hun behoeften? We dachten er verschillend over, terwijl we uit hetzelfde nestje komen. Met name de jonge ouders wilden hun kind veel geven, zodat de kids zich volop kunnen ontplooien.

Eettafelmoment
In Huize PH is de eettafel belangrijk. We hebben dagelijks aan de tafel vijf keer een contactmoment. Drie keer met de maaltijd en twee keer een tussendoortje. Niet iedereen is er altijd, maar gemiddeld het merendeel wel (lang leven het thuiswerken) en we maken gemiddeld per dag drie van de contactmoment mee. Op dit moment hebben al onze kinderen geen sport, heerlijk rustig qua taximami/papi en zit er 1 op gitaarles. Dat geeft ons gezin rust. We staan niet langs de lijn, de kinderen hoeven niet te trainen, we hoeven niet te halen/brengen of af te stemmen. We hebben een museumjaarkaart waar we afgelopen jaar veel gebruik van hebben gemaakt en zo’n veertig musea, merendeel samen, hebben bezocht.

Weerbaarheid meegeven
Wat we ook belangrijk vinden is om onze kinderen weerbaar te maken. Niet qua zelfverdediging, maar vanwege omstandigheden. Dat niet alles gaat zoals je hoopt te gaat. Dat je soms verdrietig bent of heel blij. Dat iets lukt of je juist faalt. Ik las hierover een interessant artikel over de pampergeneratie; één krijs en ze kregen ijs. Het interessante artikel had als tussenkop: ‘verwend, gekoesterd en daardoor doodongelukkig’. Ik kon me hierin wel aardig vinden ook qua valkuilen van het opvoeden. Soms is het leven niet leuk. Soms moet je even een klusje doen voor pa en ma.

“Sommige ouders zijn geneigd om als hun kind een torentje bouwt, het laatste blokje zelf te plaatsen omdat ze niet willen dat het kind moet meemaken dat het omvalt. Ze brengen hun kind met de auto naar school, want ze zijn bang dat het van de fiets valt, in een regenbui terecht komt of tegen de wind in moet fietsen. Terwijl Rousseau en Kant al zeiden dat het belangrijk is dat een kind builen en schrammen oploopt in zijn jeugd. Want als kinderen geen teleurstellingen mogen meemaken, dan ontwikkelen ze geen coping skills. Dan leren ze niet omgaan met tegenslag, frustratie, boosheid, verlies, liefdesverdriet. Dat zijn allemaal dingen die bij het leven horen en waar je kinderen op moet voorbereiden. Er is tegenwoordig een groep ouders die hun kinderen niet opvoedt tot weerbaarheid. Ik heb een moeder meegemaakt die het eerste seksuele contact van haar dochter regisseerde, want het mocht geen teleurstelling worden.”

En tegelijkertijd besef ik, dat wij geen superopvoeders zijn, nog veel moeten leren, regelmatig fouten maken en sorry zeggen tegen onze kinderen (dat is nog best lastig). Maar we proberen ze geen applausgeneratie te laten worden. Maar wel mensen die weerbaar zijn en door de regen durven en willen fietsen.

Lees het hele artikel uit HP de tijd van 2016 (beeld unsplash.com)