De afgelopen tijd hebben we Nederlandse lekkernijen ontvangen van bezoek uit Nederland, waardoor we hagelslag en stroopwafels niet meer hoeven te rantsoeneren.
Nu klinkt ‘rantsoeneren’ minder erg dan het is, want we hebben altijd genoeg te eten en keuze te over. Maar we waren zuinig op de hagelslag die we hadden. We aten in de ochtend hagelslag (1 boterham per per persoon) en bij de lunch aten we maximaal 1 boterham met kaas per persoon.
Nu is het ‘embargo’ opgeheven en kunnen we ’s ochtends en ’s middags genieten van het chocoladebeleg. Calvé Pindakaas is hier verkrijgbaar, maar erg duur. Stroopwafels hebben we ook genoeg op voorraad, en zelfs een hele kaas uit Nederland ligt in de koelkast. Wat een rijkdom.
Vaak beschouw je dingen als gewoon, maar als je ze niet hebt mis je ze. Je gaat zaken waarderen als je het eerst niet had en nu wel. Ik ben bijvoorbeeld erg blij met m’n rijbewijs (wat ik drie maanden niet had) en met remkabels (die iemand in Nederland geregeld had) en onze fietsen, want we waren een tijdje ‘Koos fietsloos’. En met onze Nederlandse roots is fietsen een stukje vrijheid.